Algemene voorwaarden Autorijschool Rob Folkers
Algemene voorwaarden Autorijschool Rob Folkers
Deze algemene
voorwaarden van Autorijschool gelden per 1 januari 2020
Deze algemene voorwaarden maken deel uit van alle overeenkomsten, gesloten tussen Autorijschool Folkers en haar leerlingen en tussen verkeersscholen welke franchisenemers zijn van Autorijschool Folkers en hun leerlingen. In de lesovereenkomst wordt nadere invulling gegeven aan hetgeen de verkeersschool en de leerling overeenkomen. Hierin wordt een keuze gemaakt voor een opleiding en/of een standaard praktijkopleiding en/of een andere opleiding. Deze algemene voorwaarden maken onderdeel uit van de lesovereenkomst. De lesovereenkomst zal schriftelijk worden aangegaan.
ARTIKEL 1 –
Definities 3
ARTIKEL 2 –
Algemeen 3
ARTIKEL 3 –
Tarieven 3
ARTIKEL 4 –
Verplichtingen van de verkeersschool 4
ARTIKEL 5 –
Verplichtingen van de leerling 4
ARTIKEL 6 –
Leeftijd 6
ARTIKEL 7 –
Betaling 6
ARTIKEL 8 –
Overmacht 6
ARTIKEL 9 –
Het onderzoek 6
ARTIKEL 10 –
Beëindiging van de lesovereenkomst 7
ARTIKEL 11 –
Aansprakelijkheid en vrijwaring 8
ARTIKEL 12 –
Persoonsgegevens 9
ARTIKEL 13 –
Toepasselijk recht en bevoegde rechter 9
ARTIKEL 1 – Definities
1.1 In deze
algemene voorwaarde worden de volgende definities gebruikt:
a. Autorijschool:
de autorijschool handelend onder de naam “Autorijschool Rob Folkers”
b. Leerling:
de natuurlijke persoon met wie de autorijschool een mondelinge lesovereenkomst
is aangegaan;
c.
Lesovereenkomst: de lesovereenkomst tussen de autorijschool en de leerling;
d. Onderzoek:
het praktijkexamen, tussentijdse toets of andere deeltoets.
ARTIKEL 2 –
Algemeen
1. Indien een
of meer bepalingen van deze algemene voorwaarden nietig zijn of vernietigd
mochten worden, blijven de overige bepalingen van deze algemene voorwaarden
volledig van toepassing. De nietige of vernietigde bepalingen zullen door de autorijschool
vervangen worden, waarbij voor zoveel mogelijk het doel en de strekking van de
oorspronkelijke bepaling(en) in acht wordt genomen.
2. Indien de autorijschool
niet steeds strikte naleving van deze algemene voorwaarden verlangt, betekent
dit niet dat de bepalingen daarvan niet van toepassing zijn, of dat de v autorijschool
in enigerlei mate het recht zou verliezen om in andere gevallen de stipte
naleving van de bepalingen van deze algemene voorwaarden te verlangen.
3. Deze
algemene voorwaarden kunnen gewijzigd worden. Van toepassing is steeds de
versie van de algemene voorwaarden zoals die gold ten tijde van het tot stand
komen van de mondelinge overeenkomst
ARTIKEL 3 –
Tarieven
1. Alle
vermelde tarieven zijn inclusief btw.
2. De autorijschool
is gerechtigd tijdens de duur van de rijopleiding de lesprijs te verhogen. De
leerling heeft in dat geval het recht om de rijlessen te annuleren, van welke
bevoegdheid hij/zij gebruik kan maken tot twee weken na kennisneming van de
prijsverhoging.
3. De autorijschool
is na mondelinge of schriftelijke aankondiging gerechtigd tussentijdse
prijswijzigingen van het theorie- en praktijkgedeelte van het onderzoek door te
berekenen en is verplicht op verzoek van de leerling een schriftelijke
specificatie van die prijswijziging te geven.
ARTIKEL 4 -
Verplichtingen autorijschool
1. De autorijschoolschool
is verplicht er zorg voor te dragen:
a. Dat les
wordt gegeven door instructeurs, die voldoen aan de bepalingen van de Wet
Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM);
b. Dat de
leerling zo veel mogelijk rijles ontvangt van dezelfde instructeur;
c. Dat de
leerling periodiek en in ieder geval eens per vijf lessen informatie ontvangt
over de progressie van de leerling en de voortgang in relatie tot de
exameneisen;
d. Dat de
aanvraag voor het onderzoek - onder voldoening van de daarvoor geldende
bedragen en onder overlegging van de benodigde bescheiden - daadwerkelijk wordt
ingediend bij, of in het aanvraagbestand is ingevoerd van, de Stichting
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), de Contactcommissie of het
Bureau Nader Onderzoek Rijvaardigheid (BNOR), uiterlijk twee weken na de datum
waarop in overleg met de leerling is besloten dat het onderzoek kan worden
aangevraagd, mits de leerling de kosten van het onderzoek aan de verkeersschool
heeft voldaan;
e. Dat de
leerling, die via de autorijschool het onderzoek heeft aangevraagd, op de
datum en tijd waarvoor hij/zij is opgeroepen door het CBR, of het BNOR tot het
afleggen van een onderzoek, de beschikking heeft over hetzelfde lesvoertuig als
waarin hij/zij de rijlessen heeft ontvangen, dan wel tenminste over een
lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardige type;
f. Dat de
tijdsduur van de te geven rijles, volledig wordt benut voor het geven van
rijles;
h. Dat de
leerling gewezen wordt op het feit dat eventuele medische klachten, waarvan
hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van invloed kunnen zijn op de
bevoegdheid een motorvoertuig te besturen, van invloed kunnen zijn op de
aanvraag en het doen van een onderzoek;
i. Dat de
leerling gewezen wordt op het feit dat op grond van de verblijfsstatus wordt
bepaald of een rijbewijs kan worden afgegeven;
j. Dat de
leerling gewezen wordt op het feit dat, zodra er sprake is van een ontzegging
van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, hij/zij aan de autorijschool
hiervan melding moet maken.
ARTIKEL 5 –
Verplichtingen leerling
1. De leerling is verplicht:
a. Zich te houden aan de door de autorijschool op de les afsprakenkaart schriftelijk vastgelegde afgesproken datum, tijd en plaats voor de rijles (door de autorijschool wordt een wachttijd van 10 minuten in acht genomen) en bij niet verschijnen op het afgesproken lesuur zonder tijdige afzegging, de volledige lesprijs te voldoen;
b. De
volledige lesprijs te voldoen indien de rijles wordt afgezegd binnen 24 uur
voor de op de les afsprakenkaart afgesproken tijd. Afzegging dient aan de
instructeur te worden gedaan telefonisch te worden gedaan. Een te laat
afgezegde les wordt niet in rekening gebracht bij afzeggen vanwege een
dringende reden waaronder wordt verstaan een ernstig ongeval, ernstige ziekte
of overlijden van de leerling, alsmede een ernstig ongeval, ernstige ziekte van
familie in de 1e en 2e graad of overlijden van een familielid in de 1e en 2e
graad. Huisgenoten welke volgens het bevolkingsregister staan ingeschreven op
hetzelfde adres als de leerling worden gelijkgesteld met familieleden in de 1e
en 2e graad. De autorijschool heeft het recht een bewijs van de dringende
reden van de leerling te verlangen;
c. Alle
aanwijzingen van de instructeur tijdens de rijlessen op te volgen;
d. Het met de autorijschool
overeengekomen lesschema, zoals bijvoorbeeld de aan te leren lesonderdelen en
het aantal te volgen rijlessen per week, tot aan de datum van ieder onderzoek,
na te komen;
e. Bij een
onderzoek theorie-examen, tussentijdse toets of andere deeltoets, rijexamen een
geldig legitimatiebewijs en indien vereist een geldig theoriecertificaat (of
geldig vervangend document) te overleggen;
f. Eventuele
medische klachten, waarvan hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van
invloed kunnen zijn op de bevoegdheid een motorvoertuig te besturen, tijdig,
voor aanvang van de rijles, kenbaar te maken aan de autorijschool. Indien
de leerling nalaat dit te doen en de rijles daardoor moet worden onderbroken of
afgebroken, kan de verkeersschool hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. In
een dergelijk geval wordt de vergoeding voor de rijles niet (deels)
gerestitueerd;
g. Zich ervan
te overtuigen dat hij/zij, indien vereist, een uittreksel uit het
bevolkingsregister kan verkrijgen hetgeen nodig is voor het afleggen van het
examen. De verkeersschool kan er niet aansprakelijk voor worden gesteld indien
de leerling geen examen kan doen als gevolg van het ontbreken van het genoemde
uittreksel;
h. Te melden
indien sprake is van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van
motorrijtuigen. Indien de leerling nalaat dit te vermelden, kan de autorijschool niet aansprakelijk worden gesteld.
i. Tijdens de
rijles en tijdens het onderzoek niet onder invloed te zijn van alcohol, van
verdovende middelen of van medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden;
j. Tijdens de
rijles in het bezit te zijn van een geldig legitimatiebewijs;
2. De autorijschool
is bevoegd indien de leerling zich misdraagt of anderszins een behoorlijke
uitvoering van de rijles onredelijk bemoeilijkt of verhindert de rijles per
direct te beëindigen. De overeengekomen vergoeding blijft in dat geval volledig
verschuldigd, onverminderd het recht van de autorijschool op vergoeding van
eventuele schade.
ARTIKEL 6 - Leeftijd
1. Om rijles
te mogen volgen dient de leerling minimaal 16,5 jaar te zijn.
2. Om
praktijkexamen te kunnen doen dient de leerling minimaal 17 jaar te zijn.
ARTIKEL 7 - Betaling
1. De leerling
dient het verschuldigde bedrag voor of tijdens de rijlessen te betalen. Bij gestuurde facturen dienen de gefactureerde bedragen binnen 8 dagen betaald te worden. Doet hij/zij dat niet, dan zendt de verkeersschool na het
verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de
leerling de gelegenheid binnen vijftien dagen na ontvangst van deze
betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen. Als na het
verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de
verkeersschool gerechtigd de wettelijke rente in rekening te brengen vanaf het
moment van verzuim. Geeft de leerling geen gehoor aan een gestuurde
ingebrekestelling, dan kan de verkeersschool de vordering uit handen geven. De
buitengerechtelijke incassokosten worden overeenkomstig de Wet incassokosten
aan de leerling in rekening gebracht.
2. Indien de
leerling in verzuim blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de
verkeersschool gerechtigd tot opzegging van de rijlessen over te gaan. De
verkeersschool dient de leerling van de opzegging schriftelijk in kennis te
stellen.
ARTIKEL 8 –
Overmacht
1. De autorijschooll kan niet verplicht worden tot het nakomen van de lesovereenkomst indien er sprake is van overmacht. Onder overmacht dient o.a. te worden verstaan: verkeersongeval, verkeerstoring, weersomstandigheden, ziekte van de instructeur van de verkeersschool, overheidsmaatregelen, brand, vernieling door derden, oorlog, rellen, terrorisme en diefstal.
2. Is er
sprake van een overmachtssituatie, dan stelt de verkeersschool de leerling
daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte en zal met de leerling een nieuwe
afspraak voor de rijles worden gemaakt of zal door de verkeersschool een
vervangende instructeur worden ingezet, zonder dat de leerling aanspraak kan
maken op schadevergoeding of enige andere vorm van compensatie.
ARTIKEL 9 – Het onderzoek
1. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen, dienen de kosten van of ten behoeve van de aanvraag van het onderzoek gelijktijdig met de invulling van de aanvraag en de eigen verklaring (of het verstrekken van de laatste) contant aan de autorijschool te worden voldaan. Veertien dagen na de datum van invulling en betaling van de aanvraag van het onderzoek heeft de leerling recht op inzage in zijn/haar gegevens in het aanvraagbestand van de verkeersschool waaruit blijkt dat zijn/haar aanvraag van het onderzoek bij het CBR, de CCV, of het BNOR is ingediend.
2. Indien het onderzoek geen doorgang vindt omdat de leerling niet of te laat op het onderzoek verschijnt en dit niet te wijten is aan de autorijschool, of omdat de leerling geen vereiste, geldige documenten kan tonen, dan worden de kosten voor het onderzoek niet gerestitueerd en dan zijn de kosten voor aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de leerling.
3. Indien het onderzoek geen doorgang vindt wegens vakantie van de leerling en de vakantieperiode bij de aanvraag van het onderzoek aan de autorijschool is opgegeven, dan zijn de kosten voor de aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de autorijschool.
4. Indien het CBR of het BNOR het onderzoek wegens slechte weersomstandigheden op de afgesproken tijd geen doorgang laat vinden, dan kan de autorijschool de leerling het lesgeld van één rijles in rekening brengen voor het opnieuw vastgesteld onderzoek.
5. Indien de
leerling het onderzoek niet kan aanvangen of voltooien als gevolg van het feit
dat:
a. sprake is
van een dringende reden zoals vermeld in artikel 6.1 sub b.;
b. het
lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd niet ter
beschikking is en geen lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type ter
beschikking is;
c. het
lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd, door de examinator
van het CBR of de deskundige van het BNOR wordt afgekeurd en geen vervangend
lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type beschikbaar is,
zal de
verkeersschool ervoor zorgen dat voor de leerling een nieuw onderzoek wordt
aangevraagd, indien de leerling dit wenst.
6. Is sprake
van artikel 10.5 sub b. of artikel 10.5 sub c, dan garandeert de verkeersschool
dat de leerling, indien hij/zij opnieuw onderzoek wil aanvragen, drie gratis
rijlessen ontvangt en staat ervoor in dat het aanvragen van het nieuwe
onderzoek alsdan geschiedt zonder kosten voor de leerling.
7. Artikel
10.5 en 10.6 zijn niet van toepassing indien het een nieuwe aanvraag betreft
van een tussentijdse toets of andere tussentijdse deeltoetsen.
ARTIKEL 10 – Beëindiging
1. Indien de lesovereenkomst niet is aangegaan voor een vast aantal lessen dan wel niet is aangegaan voor een vaste periode, dan kan de lesovereenkomst door zowel de leerling als de autorijschool worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand en wel tegen de eerste dag van een kalendermaand. Indien er sprake is van een reeds vooruitbetaald bedrag heeft de leerling in dit geval recht op restitutie van een eventueel vooruitbetaald bedrag, onder aftrek van het reeds aan CBR of BNOR betaalde examengeld, reeds genoten rijlessen alsmede administratiekosten. De leerling is niet verplicht gedurende deze opzegtermijn lessen te volgen, mits is voldaan aan het gestelde in artikel 6.1 sub b.
2. Indien de overeenkomst is aangegaan voor een vast aantal lessen of voor een vast overeengekomen periode (bv. een pakketopleiding), kan de leerling de lesovereenkomst slechts beëindigen indien er sprake is van dringende redenen zoals vermeld in artikel 6.1 sub b. Bij beëindiging om dringende redenen is de leerling gehouden de prijs voor de reeds genoten lessen vermeerderd met de prijs van één lesuur, alsmede de administratiekosten, alsmede het door de verkeersschool al afgedragen examengeld (CBR- of BNOR-gedeelte) te vergoeden. Indien er sprake is van een reeds vooruitbetaald bedrag, heeft de leerling in dit geval recht op restitutie van een eventueel vooruitbetaald bedrag, onder aftrek van het reeds aan CBR of BNOR betaalde examengeld, reeds genoten rijlessen, een vergoeding van de prijs van één lesuur alsmede administratiekosten.
4. Bij
beëindiging van de rijlessen heeft de leerling in alle gevallen recht op
restitutie van aan de verkeersschool betaalde examengelden ter hoogte van het
door het CBR of het BNOR vastgestelde tarief, voor zover de verkeersschool deze
gelden nog niet heeft afgedragen aan het CBR of het BNOR.
5. De eerste
rijles wordt gezien als een vrijblijvende proefles -tegen gangbaar lestarief -
bij de instructeur die de lessen gaat geven. Indien de leerling na deze les
geen verdere rijlessen bij de autorijschool wil volgen, informeert de leerling
de instructeur in ieder geval voor de volgende rijles.
6. Na 6
maanden niets meer vernomen te hebben van de leerling vervalt de aanspraak op
de rijlessen waarvoor reeds betaald is, tenzij de leerling wegens langdurige
ziekte geen contact heeft opgenomen met de verkeersschool.
ARTIKEL 11 – Aansprakelijkheid en vrijwaring
1. De autorijschool
is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg zijn van opzet en/of grove
schuld van de leerling of van gebruik door de leerling van alcohol, verdovende
middelen of medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
2. De
aansprakelijkheid van de autorijschool is beperkt tot het bedrag van de door de
verzekeraar van de autorijschool gedane uitkering.
3. De autorijschool
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor indirect schade.
4. De autorijschool
vrijwaart de leerling voor kosten voortvloeiende uit overtredingen die deze
onder toezicht heeft gepleegd, alsmede voor aanspraken van derden als gevolg
van botsing, aan- of ongevallen tijdens de rijles alsmede tijdens het
onderzoek, met uitzondering van die voorvallen die het gevolg zijn van opzet
en/of grove schuld van de leerling, alsmede bij het gebruik door de leerling
van alcohol, verdovende middelen of medicijnen die de rijvaardigheid kunnen
beïnvloeden. Als na een aanrijding blijkt dat de leerling onder invloed was van
alcohol, verdovende middelen of medicijnen die de rijvaardigheid kunnen
beïnvloeden, dan is de leerling aansprakelijk voor de schade die de
verkeersschool en derden door de aanrijding lijden.
5. Indien de leerling, ondanks zijn/haar verklaring, dat hem/haar bij rechterlijke uitspraak niet de bevoegdheid is ontzegd motorvoertuigen te besturen noch zijn/haar rijbewijs is ingevorderd, toch rijles neemt en indien de opgave onjuist is, vrijwaart de leerling de autorijschool volledig en zal eventueel ter zake de opgelegde boetes geheel vergoeden, alsmede alle andere financiële consequenties geheel overnemen.
ARTIKEL 12 – Persoonsgegevens
1. De
persoonsgegevens van de leerling die worden vermeld op de leskaart en de
betalingen worden door de autorijschool verwerkt in overeenstemming met de Wet
Bescherming Persoonsgegevens (Wbp). Aan de hand van deze verwerking kan de autorijschool:
de overeenkomst uitvoeren, leerling een optimale service verlenen en
verplichtingen jegens de leerling nakomen, hem/haar tijdig voorzien van actuele
rijles-informatie en hem gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Tegen
verwerkingen van persoonsgegevens in de zin van de Wbp ten behoeve van direct
mailing activiteiten wordt het eventueel door leerling bij autorijschool aan te
tekenen verzet gehonoreerd.
ARTIKEL 13 – Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Op de rijlessen
is Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen ter zake van overeenkomsten tussen de
leerling en de autorijschool zullen berecht worden door de in Nederland
bevoegde rechter binnen wiens rechtsgebied de vestigingsplaats van de autorijschool
is gelegen. De leerling heeft de mogelijkheid binnen 1 maand nadat de autorijschool
schriftelijk een beroep heeft gedaan op dit artikel om voor de volgens de wet
bevoegde rechter te kiezen.